Mij zijn niet van de bange, maar van de voorzichtige zo vertelt hij mij.
Zijn vader was timmerman en heeft het huis eigenhandig opgebouwd en weer verbouwd. En nu zijn vader is overleden wil hij dit erfgoed des te beter bewaren en bewaken.
De schuur hangt vol met gereedschap zo vertelt hij. Op mijn vraag of hij zelf ook handig is knikt hij bevestigend. Ja, best wel eigenlijk. Hij vertelt over de kast die in de woonkamer staat en die hij zelf heeft gemaakt. Dus het is van vader op zoon doorgegeven? Nou, dat toch eigenlijk niet. Hij had graag van alles van zijn vader willen leren, maar zodra hij iets vroeg nam zijn vader het hem altijd meteen uit handen. ‘laat mij dat maar even doen jongen’.
Ik zie een starende blik, dat beeld heeft hij nog op zijn netvlies. Nu kan hij het niet meer leren, moet hij het zelf doen….
Ik bezoek hem een aantal keren die week. Zelf een kist maken leek hem mooi en als hij meer tijd had gehad van tevoren had hij dat zeker gedaan. Nu zoekt hij een houten kist uit. Geen spaanplaat, dat vind hij niet kunnen bij een timmerman. Echt hout, dat moet het zijn. Dat wil hij kunnen ruiken en voelen. Een kist met handgrepen van touw, dat past bij hem en bij zijn vader.
Op de dag van de uitvaart treffen we elkaar in het rouwcentrum. Zijn hand strijkt nog een laatste keer over het hout. Hij kijkt naar de man die hem zo dierbaar is. De man aan wie hij graag nog van alles had laten zien, van wat hij zelf heeft gemaakt en nog gaat maken. De man naar wie hij nog vaak had willen kijken, naar handen die heel behendig de schaaf bewegen. Handen die niks weggooien maar elk stukje materiaal hergebruiken. ‘Twee keer meten, een keer zagen jongen’. Het klinkt nog in zijn oren.
Na de dienst is er gelegenheid voor koffie en een informeel samenzijn. Als alle gasten zijn vertrokken neem ik afscheid en vertrek. Als ik hem de volgende dag bel vertelt hij me dat het bewaken van het huis wat uit de hand is gelopen. Uit de hand gelopen, wat bedoel je? vraag ik hem.
Nou, hij heeft weleens gehoord dat er wordt ingebroken op het moment dat de familie de uitvaart heeft. Dat zou hem niet overkomen, hij bewaakt het huis met hand en tand. Zo goed zelfs dat hij voor elkaar heeft gekregen wat hem nog nooit eerder is gelukt. Hoe hij het voor elkaar heeft gekregen weet hij nog steeds niet, maar weer aangekomen bij het huis gisteren bleek hij alles zo goed vergrendeld te hebben dat hij zelfs zichzelf had buitengesloten.
Hij heeft een ruitje in moeten tikken om binnen te komen.
Oei. Niet van de bange, maar van de voorzichtige…